woensdag 8 juli 2009

Ottavio Bottecchia, van begin tot eind in het geel (1924)

De winst van Astana in de ploegentijdrit was gisteren voor weinigen een verrassing. Een gedreven Lance Armstrong maakte lange aflossingen en leek op weg om de 40 seconden achterstand op Fabian Cancellara meer dan goed te maken en de gele trui voor de 84e keer in zijn carriere aan te kunnen trekken. Op de streep bleek dat toch niet het geval. De 40 seconden achterstand waren door Astana goed gemaakt, maar meer ook niet. Daardoor kan Cancallara met een voorsprong van 0,2 seconden ook vandaag het geel nog aanhouden.

Perpignan
De etappe van vandaag gaat weer voor een belangrijk deel langs de kust. Van Le Cap d’Agde moeten de renners 197 kilometer afleggen naar Perpignan. Die stad kent al een uitgebreide Tourhistorie. Vooral in de beginjaren van de Ronde werd Perpignan vaak aangedaan. Tussen 1910 en 1937 finishte ieder jaar een etappe in de stad in Frans-Catalonië. Na de Tweede Wereldoorlog is de stad echter minder vaak onderdeel van het Tourparcours geweest. Pas voor de tiende keer sinds 1947 rijden de renners Perpignan binnen. Wel is er in het verleden Nederlands succes geweest. In 1964 was het klassiekerspecialist Jo de Roo die de etappe wist te winnen en een jaar later was het Jan Janssen die juichend de streep over reed.

Ottavio Bottecchia
Veertig jaar voor Jo de Roo in Perpignan wist te winnen was het de Italiaan Ottavio Bottecchia die er de etappe wist te winnen. In die Ronde van Frankrijk van 1924 was het Bottechia’s eerste overwinning. De dag voor zijn zege in Perpignan had hij de bergetappe naar Luchon op zijn naam geschreven en ook de openingsrit van Parijs naar Le Havre had hij al op zijn naam geschreven en die rit had hem de gele trui opgeleverd die hij ook in Perpignan droeg.In 1919 was de gele trui voor het eerst uitgereikt aan de leider van het Algemeen Klassement. Doel ervan was het voor het publiek zichtbaar maken wie de leider in koers was. De kleur geel was niet toevallig gekozen, geel was de kleur van het papier waarop de organiserende Franse sportkrant L’Auto werd gedrukt.Vanaf dag één had de Italiaan de gele trui al aan en hij zou hem in die Ronde ook niet meer afstaan. Bottecchia werd daarmee de eerste coureur die van begin tot einde in de Tour de France de gele trui wist te dragen. Iets wat slechts is nagedaan door de Luxemburger Nicolas Frantz in 1928 en de Belg Romain Maes in 1935.

Raadsel rond zijn overlijden
Een jaar na zijn glorieuze zege in de Ronde van Frankrijk wist Bottecchia de gele trui weer naar Parijs te brengen. Daardoor behoorde hij meteen tot een van de grootste renners uit de Tourgeschiedenis. Twee jaar na zijn tweede Touroverwinning was Bottecchia weer hard aan het trainen voor een nieuwe Tour de France. Op 3 juni 1927 reed hij een trainingsrondje in Toscane, van die training is hij nooit thuis gekomen. Hij is zwaargewond langs de weg gevonden en naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis vervoerd. Daar overleed hij twaalf dagen later, op slechts 32-jarige leeftijd aan zijn verwondingen.Hoe Bottecchia aan zijn verwondingen is gekomen is een nooit opgelost raadsel gebleven. Er zijn een aantal verschillende verhalen over wat er zou zijn gebeurd. Één van die verhalen is dat hij is vermoord vanwege zijn linkse politieke ideeën door fascisten. Een ander verhaal is dat hij zou zijn betrapt door een boer toen hij een tros druiven van het land plukte, de boer zou daar zo woest over zijn geworden dat hij een grote steen gepakt heeft en tegen Bottecchia heeft geworpen. Een laatste versie is dat Bottecchia ongelukkig van zijn fiets zou zijn gevallen, op zijn hoofd terecht gekomen is en een schedelbasisfractuur opgelopen heeft.Het ware verhaal rond de raadselachtige dood van de Italiaanse kampioen is nooit boven water gekomen en het is ook niet te verwachten dat het ooit nog zal gebeuren.

Weer Cavendish?
Vandaag dus een nieuwe aankomst in Perpignan, 85 jaar na Ottavio Bottecchia. Het moet wel raar lopen als de sprintersploegen er niet voor zorgen dat er een nieuwe massasprint gaat komen. Want zoveel kansen komen er naar vandaag niet meer. Na de twee eerdere zeges van Cavendish die aan duidelijkheid niets te wensen over lieten is het de vraag hoeveel hulp zijn Columbia ploeg gaat krijgen. Ook kan het net als twee dagen weer in waaiers getrokken worden en dat zou wel weer eens voor spektakel kunnen zorgen.

dinsdag 7 juli 2009

Ti-Raleigh, de onklopbare trein van Peter Post (1978 - 1982)

De oplettendheid van Lance Armstrong heeft hem gisteren een mooie winst van 40 seconden opgeleverd op veel van zijn mogelijke concurrenten voor de eindoverwinning. Doordat de Columbia ploeg van Mark Cavendish de boel op de kant wist te gooien op 30 kilometer van de aankomst werden veel renners verrast. Naast de renners van Columbia was er nog één ploeg die scherp bij de les was en dat was de Nederlandse Skil ploeg. Met zes man in de eerste groep van 30 renners leverden zij hun visitekaartje af.

Ploegentijdrit
Vandaag een bijzondere discipline in de wielersport, de ploegentijdrit. Een discipline waarbij het gaat om de kracht van het collectief en de zwakste schakel in de ploeg vaak bepalend is voor het succes. De eerste ploegentijdrit in de Tour de France stond in 1954 op het programma in een periode dat er nog gereden werd met landenploegen. Een jaar later was het de Nederlandse Tourploeg die bewees een sterk collectief te zijn en de ploegentijdrit winnend afsloten.

De ploeg Post
Halverwege de jaren zeventig was voormalig Parijs – Roubaix winnaar en zesdaagse koning Peter Post begonnen met een Nederlandse wielerploeg met een Britse sponsor, Ti-Raleigh. De ploeg was met een bescheiden budget en minimale verwachtingen begonnen in de wielerwereld in 1974. Maar de professioneel ingestelde Peter Post wist de ploeg al snel uit te bouwen tot een sterk collectief dat uit zou groeien tot de beste wielerploeg van de wereld. Alle grote Nederlandse renners in de jaren zeventig en tachtig hebben voor de ploeg Post gereden. Het collectief was belangrijk voor Post, en het maakte niet uit wie er won zolang de ploeg maar won.

Negen keer op rij onverslaanbaar
Het collectief is ook belangrijk in de ploegentijdrit, een discipline die met Ti-Raleigh vereenzelvigd zou gaan worden. Tussen 1978 en 1982 wist de ploeg alle ploegentijdritten in de Tour de France in die edities te winnen. In totaal goed voor negen overwinningen. Een overmacht door één ploeg die nooit eerder was vertoond en ook later niet door een ploeg zou worden overtroffen.
De Ti-Raleigh ploeg was voor het Nederlandse wielrennen ook een onvergetelijke ploeg. Want naast die negen ploegentijdritten zijn zo’n beetje alle grote wielerwedstrijden door die ploeg gewonnen door Nederlandse renners als Joop Zoetemelk, Jan Raas, Gerrie Knetemann, Hennie Kuiper, Johan van der Velde en vele anderen.

De ploegentijdrit in 2009
Op een moeilijk parcours in en rond Montpellier is de ploegentijdrit weer terug in de Ronde van Frankrijk na een paar jaar afwezigheid. In het verleden was de USPostal ploeg van Lance Armstrong vaak de favoriet. Nu bij zijn rentree is ook zijn huidige ploeg Astana één van de favorieten. Maar ook de ploegen Columbia en Garmin zouden weleens een gooi kunnen gaan doen naar de overwinning.
Het beloofd in ieder geval een spannend middagje te worden en na de slag van Armstrong gisteren zou het weleens kunnen dat de Amerikaan straks het voor hem vertrouwde geel aan mag trekken.

maandag 6 juli 2009

'Jerommeke' verrast bij debuut de sprintelite (1995)

De eerste massasprint heeft gisteren niet voor een verrassing gezorgd. De ritwinnaar, Mark Cavendish, werd vooraf al gezien als dé man voor de massasprints. Doordat een groot aantal andere topsprinters niet mee kon sprinten is het nog even afwachten of ‘Cav’ inderdaad de rapste is, maar de eerste klap is een daalder waard en in de strijd om de groene trui heeft hij een aantal concurrenten ook al een slag toegediend.
Vandaag de derde etappe van Marseilles naar La Grande Motte. Wederom een etappe langs de Middelandse Zee die waarschijnlijk weer in een massasprint zal eindigen. Massasprints in de eerste week van de Tour de France zijn inmiddels een vast gegeven geworden. De etappes gaan meestal volgens eenzelfde patroon. Een klein groepje vluchters mag de hele dag vooruit rijden en als de ploegen met de sprinters het welletjes vinden zetten die zich op kop en in de laatste tien kilometer van de etappe worden de dappere vluchters ingelopen en kunnen de sprinters zich opmaken voor hun strijd.

Jeroen Blijlevens
Veertien jaar geleden was er een jonge Nederlandse sprinter die zijn debuut maakte in de Tour de France en zich brutaal ging mengen met de massaprints. Voor de Nederlandse ploeg TVM stond de kleine, geblokte, 23-jarige Jeroen Blijlevens aan de start. Het was zijn tweede jaar bij de beroepsrenners en had al wat naam gemaakt door sprintoverwinningen in kleinere rondjes als de Vierdaagse van Duinkerken en de Ruta del Sol. Of Blijlevens de hectiek, het hardere koersen en de zwaardere en langere etappes in de Ronde van Frankrijk aan kon was echter onbekend. Gevreesd werd dat Blijlevens nog te jong was en weinig klaar zou spelen in het geweld dat Tour de France heet.
De eerste dagen ging het ook lastig voor ‘Jerommeke’ zoals zijn bijnaam vanwege zijn lichaamsbouw luidde. Met moeite kon hij de etappes uitrijden, maar echt meedoen met de heersende sprintelite zat er voorlopig niet in.

6 juli 1995 Fécamp – Duinkerken, 261 kilometer
Vandaag precies 14 jaar geleden werd de langste etappe van de 82e Ronde van Frankrijk verreden. Het was de vijfde etappe en Jeroen Blijlevens had al een aantal moeilijke dagen achter de rug. 261 Kilometer lang was de etappe, zo’n afstand had Blijlevens nog niet afgelegd in een wedstrijd in zijn wielercarrière. Volgens vele volgers zou het een moeilijke dag gaan worden voor de jonge sprinter en de kans dat hij mee zou kunnen gaan sprinten aan de streep werd als nihil gezien. Maar zie daar, toen de streep in zich was bleek Blijlevens zich nog in het peloton te bevinden en hij werd door zijn ploeggenoten van TVM naar voren geloodst. Blijlevens koos positie en wist uit het wiel van de Franse sprinter Frédéric Moncassin te komen en verraste de sprintelite van die dagen door als eerste zijn wiel over de finishlijn te drukken.

Vier jaar op rij etappewinst
Na de zege in Duinkerken was de naam van Blijlevens als sprinter gevestigd. De Ronde van 1995 zou hij voor de bergen verlaten maar de jaren erna kwam hij terug. En ook de drie jaren na zijn debuut wist Blijlevens steeds een etappe mee te pakken in de Tour de France. Naast zijn zeges in de Franse ronde wist Blijlevens ook etappes te winnen in die twee andere grote ronden die de wielersport kent. Tot en met 1999 wist Blijlevens de zeges aaneen te rijgen. Toen hij in 2000 voor Italiaans avontuur koos bij het team van Polti wilde hij meer worden dan sprinter, hij wilde ook meespelen in de klassiekers. Blijlevens verbeterde in het bergop rijden maar dat bleek ten koste te zijn gegaan van zijn pure snelheid. Die snelheid kwam niet meer terug en zijn grootste successen bleken achter hem te liggen. In het voorjaar van 2004, in dienst van de Bankgiroloterij ploeg besloot ‘Jerommeke’ dat het mooi geweest was en stopte hij abrupt als wielrenner.

Kenny van Hummel, een nieuw Nederlands sprintkanon?
Dit jaar staat er voor het eerst sinds 2000 weer een tweede Nederlandse ploeg aan de start van de Tour. De kleine Skil ploeg heeft van de Tourdirectie een wildcard gekregen voor de Ronde. De jonge Kenny van Hummel is een van de renners van deze ploeg en in de afgelopen maanden heeft hij een aantal mooie overwinningen in massasprints geboekt. Van Hummel hoopt in de Tour mee te kunnen sprinten met de huidige sprintelite. Gisteren in de eerste etappe heeft hij nog niet de kans gehad om zijn snelle benen te testen. Hij kwam niet goed uit en werd 20e. De komende dagen, te beginnen met vandaag zullen er wel nieuwe kansen komen voor de kleine sprinter. De vraag is of hij in de voetsporen van Jeroen Blijlevens kan treden en of Nederland na jaren weer een sprinter heeft die mee kan doen om de dagzeges in de Tour?

zondag 5 juli 2009

Hoe Jan Janssen de Tour verliest aan Lucien Aimar (1966)

Na een niet geheel onverwachte overwinning van de Zwitserse tijdritspecialist Fabian Cancellara in de openingstijdrit trekt de Tourkaravaan de komende dagen langs de Middelandse Zee. Deze eerste rit in lijn trekt over heuvelachtig terrein van Monaco naar Brignoles over 187 kilometer. Voor veel renners zal de warmte van Zuid-Frankrijk een extra handicap zijn de komende dagen en mogelijk al eerste slachtoffers maken.
Brignoles is een nieuwe stad in de Tourgeschiedenis. Niet eerder in de 106 jaar oude geschiedenis van de Ronde was de kleine stad in het departement Var met zo’n 15.000 inwoners aankomstplaats in de Tour. De streek heeft enkele bekende renners uit wielergeschiedenis voortgebracht. Naast de Vueltawinnaar van 1984 Eric Caritoux is Lucien Aimar de bekendste.

Lucien Aimar, Tourwinnaar uit de Var
In 1966 is de dan 25-jarige Lucien Aimar bezig aan zijn tweede jaar bij de beroepsrenners. Een jaar eerder heeft hij een zijn profdebuut gemaakt in de ploeg van Ford waar ook vijfvoudig Tour de France winnaar Jacques Anquetil rijdt. In zijn eerste jaar bij de profs rijdt Aimar vooral om te leren. Dat hij een goede renner kan worden heeft hij in 1964 al bewezen met een tweede plaats, achter Felice Gimondi, in de Ronde van de Toekomst.
In zijn tweede jaar mag hij in dienst van Jacques Anquetil zijn opwachting maken in de Tour de France. Als goede klimmer lijkt zijn rol vooral het bijstaan van Anquetil in de bergen te worden. Anquetil is van zins om zijn zesde overwinning in de Franse ronde te gaan halen.

Jan Janssen in het geel in de Alpen
Het zal echter anders lopen dan gepland. Anquetil heeft niet de topvorm en is halverwege de Ronde ook nog eens ziek geworden. De jonge debutant Aimar staat er nog goed voor in het Algemeen Klassement en kan voor een topklassering gaan. De beste papieren voor de eindoverwinning lijkt na de eerste Alpenetappe de Nederlander Jan Janssen te hebben. Na de 16e etappe van Bourg d’Oisans naar Briançon leidt Janssen de Ronde en moet in staat geacht worden de trui naar Parijs te brengen.

De poets van Aimar en Anquetil
De volgende dag is er een nieuwe etappe door de Alpen van Briançon naar Turijn. Anquetil weet dat hij zelf niet meer kan winnen maar zijn jonge ploeggenoot zou nog wel eens een gooi kunnen doen naar de overwinning. Naast Jan Janssen die het geel had was ook Anquetils grootste rivaal Raymond Poulidor nog een zeer belangrijke kanshebber voor de eindoverwinning. Anquetil ontvouwd zijn plan. Meteen in het begin van de etappe ontsnapt een grote groep met daarbij Lucien Aimar. Op dat moment is Jan Janssen nog rustig keuvelend achterin het peloton te vinden, zich totaal nog niet druk makend om de koers zelf. Doordat de Tourradio om onduidelijke reden niet werkt weet ook de ploegleider van Janssen niet dat zijn belangrijke concurrent Aimar uit het peloton ontsnapt is. Ook Poulidor en zijn ploeg reageren voorlopig niet. Pas als Aimar en zijn vluchtgezellen meer dan twee minuten voorsprong hebben wordt Janssen op de hoogte gebracht van zijn achterstand. Ondanks dat een verwoede achtervolging ingezet wordt komen Janssen en Poulidor niet meer terug. Ruim twee minuten voordat Jan Janssen in Turijn aankomt is Lucien Aimar al over de finish gekomen. Hij mag de leiderstrui overnemen en zal met een voorsprong van 1 minuut en 7 seconden op Jan Janssen de Tour winnen. Poulidor werd uiteindelijk derde in deze Ronde en Anquetil is na de Alpen met een verkoudheid afgestapt, tevreden dat zijn jonge ploegmaat Aimar de Tour gewonnen heeft.
Jan Janssen zal de nederlaag in Turijn later de grootste blunder uit zijn carrière noemen, gelukkig voor hem kan hij het twee jaar later goed maken door op de laatste dag in de tijdrit naar Parijs het geel te veroveren.
Voor Aimar zal de Touroverwinning van 1966 zijn grootste succes blijken te zijn. Nog drie keer weet hij de top tien te bereiken in het Algemeen klassement van de Tour. Het Frans kampioenschap van 1968 is daarnaast zijn belangrijkste wapenfeit in zijn profcarrière die nog tot 1973 zal duren.

Een eerste sprint
De eerste rit in lijn van deze Tour eindigt dus in de geboortestreek van Lucien Aimar. Het moet wel heel raar lopen mochten de ploegen van de sprinters het niet voor elkaar krijgen om met een compleet peloton bij de streep te komen. Te verwachten is dat het een mooie sprint zal worden met als belangrijkste kanshebber de Brit Mark Cavendish, vorig jaar goed voor vier etappeoverwinningen in de Tour.

zaterdag 4 juli 2009

De Tour in Monaco; Het grandioze debuutjaar van Jan Nolten (1952)

De 96e editie van de Tour de France is vandaag begonnen in Monaco met een korte tijdrit van 15 kilometer. Het is niet vaak dat de Franse wielerronde Monaco aandoet. In de 95 voorgaande edities is er slechts zes keer een etappeaankomst geweest in het Prinsdom. De laatste keer was in 1964 en vijfvoudig Tourwinnaar Jacques Anquetil mocht met de bloemen van de etappeoverwinning zwaaien.
Nederlands succes was er ook in Monaco. In 1953 was het de eerste Nederlandse gele truidrager Wim van Est die er de etappe wist te winnen. Een jaar eerder was een jonge 22-jarige Nederlandse debutant met klimtalent die de wielerwereld te verbazen.

Jan Nolten, doorbraak als amateur
In het voorjaar van 1952 rijdt de amateur Jan Nolten de Route de France. Een ‘kleine’ Ronde van Frankrijk voor jonge amateurs die nu nog steeds bestaat onder de naam Tour de l’Avenir. In een gecombineerd Nederlands-Deens team weet Nolten indruk te maken in de zwaarste bergetappe in de Pyreneeën. Op weg naar Luchon rijdt hij al zijn concurrenten los, wint de etappe en pakt de leiding in de Ronde. Nolten lijkt op weg naar de overwinning maar verliest de volgende dag veel tijd nadat hij met een lekke band minuten heeft moeten wachten op zijn Deense ploegleider. In het eindklassement wordt Nolten uiteindelijk vierde, maar zijn naam als talent is gevestigd.

Profdebuut in de Nederlandse Tourploeg
In de jaren vijftig werd de Tour de France nog verreden door landenploegen. Het was voor de Nederlandse ploegleider Kees Pellenaars in die jaren altijd een zoektocht om tien volwaardige Nederlandse profrenners te vinden die de Tour de France wilden rijden. Na de successen in de Route de France kwam Pellenaars dan ook bij de jonge Nolten met de vraag of hij mee wilde naar de ‘grote’ Ronde van Frankrijk. Hat avontuur sprak Nolten aan en enkele dagen voordat de ploeg afreisde naar startplaats Brest vroeg hij een proflicentie aan.

Afzien
Als amateur had Jan Nolten nog nooit een wedstrijd gereden boven de 150 kilometer. In de Tour van 1952 waren de meeste etappes ruim 200 kilometer met uitschieters naar 350 kilometer. De eerste dagen van de Tour zag de jonge Tourdebutant dan ook verschrikkelijk af. Ondanks de belofte van ploegleider Pellenaars dat Nolten tot de bergen zich niet teveel hoeft in te spannen krijgt hij van zijn ervaren ploeggenoten het verwijt dat hij slechts een profiteur is die geen geld in het laatje brengt.
Na ruim een week komt hij er een beetje doorheen. Nolten heeft het zadel van zijn fiets iets anders gezet en fietst nu een stuk prettiger. In de negende etappe boekt Nolten zijn eerste succesje. In Lausanne komt hij als derde over de finish. Een dag later is de grote Alpen etappe met voor de eerste keer een finish bergop op de L’Alpe d’Huez. De befaamde en latere Tourwinnaar Fausto Coppi wint de etappe. Nolten heeft in de aanloop naar de Alp veel kracht verloren doordat hij acht! keer heeft moeten wachten op een door pech teruggevallen ploeggenoot. Met achterstand begint Nolten aan de beroemde klim met 21 bochten. Halverwege passeert hij de grote Gino Bartali, die het moeilijk heeft en om water vraagt. Nolten geeft zijn eigen bidon af aan de grote Italiaanse kampioen en vervolgd zijn opmars om uiteindelijk als achtste boven te komen.

Etappewinst in Monaco
Na het goede rijden op de Alp krijgt Nolten van ploegleider Pellenaars mee dat hij in het vervolg van de Ronde niet meer hoeft te wachten op ploeggenoten met pech. Drie dagen later betaald deze vrije rol zich al uit. In de zware etappe van Sestrières naar Monaco met onderweg vier beklimmingen demarreert Jan Nolten na 70 kilometer uit het peloton. Hij krijgt één vluchtmakker mee, te weten de goede Franse klimmer en winnaar van de Ronde van Spanje Jean Dotto. Ruim 120 kilometer werken de twee goed samen, maar op de laatste beklimming van de dag, de Col Turbie weet Nolten zijn vluchtgezel van zich af te schudden. Hij rijdt solo verder richting Monaco en kan zijn eerste overwinning uitbundig vieren. Een groot succes en zijn naam als klimmer lijkt definitief gevestigd.

Puy de Dome
Nolten blijft goed rijden in de Tour van 1952. Twee dagen voor de eindstreep in Parijs komt de Tour aan op de Puy de Dome. Op weg naar de vulkaantop bij Clermont Ferrand komt Nolten terecht in een kopgroep bij de jarige Gino Bartali. Geletruidrager en landgenoot Fauso Coppi heeft Bartali beloofd dat hij deze etappe op zijn verjaardag mag winnen. Bartali lijkt daartoe ook goed op weg, maar tijdens de beklimming naar de top van de Puy de Dome moet de oude krijger Bartali lossen bij de jonge Nolten. Nolten lijkt op weg naar een tweede ritzege. Totdat Coppi hoort dat Bartali gelost is en zijn duivels ontbindt. Coppi passeers iedereen en op enkele honderden meters voor de finish passeert hij ook Nolten en zo wint niet Nolten deze etappe maar Fausto Coppi. In het Algemeen klassement finisht Nolten uiteindelijk op plaats 15.

Moeilijke jaren na glorieus debuut
De naam van Jan Nolten is gevestigd en in Nederland wordt al gedroomd over kansen van Nolten voor een eindoverwinning in de komende jaren. Zover zal het echter niet komen. Door allerlei blessures en een gebrek aan trainingsijver en goede begeleiding zal Nolten nooit meer zo goed presteren als in zijn debuutjaar.
In 1953 weet Nolten nog wel een mooie etappe in Bordeaux te winnen. En in verschillende bergetappes weet hij nog wel eens met de allergrootsten mee te komen. Maar de belofte die hij bij zijn debuut was is nooit doorgebroken. In 1959 hangt Nolten zijn fiets aan de wilgen nadat hij tijdens een training is aangereden door een bus.

Monaco 2009: Robert Gesink, debuut van een nieuw klimtalent
Vandaag dus de start van de Tour de France. Aan de start staat een jonge 23-jarige Nederlander met enorm klimtalent klaar voor zijn debuut. De tijden zijn veranderd, zijn profdebuut ligt alweer even achter hem, maar het zou mooi zijn als het debuutjaar van Robert Gesink in de Tour de France net zo mooi mag zijn als het debuutjaar van Jan Nolten.
Voor de toekomst hopen we dat die Gesink gunstiger gezind is dan dat deze voor Jan Nolten was. Voordeel is in ieder geval dat de begeleiding van de renners in 57 jaar tijd gigantisch is verbeterd en dat aan de trainingsijver van Gesink niet getwijfeld hoeft te worden. Voor het Nederlandse wielrennen lijken het weer mooie jaren te worden.

vrijdag 3 juli 2009

Het drama van de Tour de France in Leiden (1978)

Morgen begint de Tour de France aan haar 96e editie in Monaco. En nog voor de start zijn de dopingverhalen het sportevenement weer gaan overschaduwen. Sinds de affaire Festina in 1998 is het eigenlijk elk jaar wel het zelfde liedje. De week voor de Tour staat in het teken van doping, van verdachtmakingen en betrapten. Dit jaar is het de Nederlander Thomas Dekker die bij een hertest van een controle op kerstavond 2007 positief zou zijn bevonden op een variant van EPO. Geen Tour voor Dekker, waarschijnlijk twee jaar schorsing en de vraag hoe het verder moet met de renner die tot kort geleden gold als dé wielerhoop van Nederland.Toch kijk ik zoals ieder jaar weer uit naar de Tour. Al van jongs af aan volg ik het wielrennen en de Tour in het bijzonder. Het wielrennen is een intrigerende wereld, het is een loodzware sport waarbij individuele klasse en teamwork beide zeer belangrijk zijn, waar onverwachte combines ontstaan en waar list en bedrog schering en inslag is. Kortom, eigenlijk een uitvergroting van het echte leven.

De Tour in Leiden
De start van de Tour is dus in Monaco dit jaar. Volgend jaar zal de Tour in Nederland starten, in Rotterdam om precies te zijn. 31 Jaar geleden startte de Tour de France ook in Nederland en wel in mijn eigen stad Leiden. Dat was geen onverdeeld succes. Er was onenigheid tussen de Tourorganisatie en de Leidse organisatie over van alles en nog wat, op de dag zelf regende het en als klap op de vuurpijl besloot de Tourorganisatie de uitslag van de proloog te annuleren omdat door de regen het parcours te gevaarlijk geworden zou zijn. Winnaar van de proloog, Jan Raas kreeg geen gele trui en was woest. De volgende dag nam hij sportief revanche door de eerste etappe van Leiden naar St. Willebrord te winnen en alsnog het geel aan te trekken. Over deze dag heeft het tv-programma Andere Tijden Sport haar uitzending van aanstaande zondag in het geheel gewijd. Een aanrader om te kijken lijkt mij.

De Groenoordhallen
Een andere reden om terug te kijken op die proloog in Leiden in 1978 is de start- en finishplaats. Die was in de Groenoordhallen, en laat deze legendarische evenementenhal nu net dit jaar haar deuren definitief moeten sluiten. De Groenoordhallen gaan gesloopt worden en er zal een nieuwbouwwijk voor in de plaats komen. De locatie is legendarisch, niet alleen vanwege de Tourstart van 1978, maar ook door allerlei andere legendarische evenementen en optredens van wereldberoemde artiesten zoals Queen. Een plek waar veel Leidenaren dierbare herinneringen zullen hebben.Ondanks eerdere beloften dat er een nieuwe evenementhal terug zou komen in Leiden, is dit door ruimtegebrek voorlopig niet het geval. Een gemis voor een stad als Leiden. Het is jammer dat in het verleden niet de keuze is gemaakt om de verouderde Groenoordhallen te vervangen door een nieuwe grote evenementhal op dezelfde locatie. Na de zomer zal Leiden het dus zonder grote evenementenhal moeten doen.

Monaco 2009
Morgen de start van de Tour in Monaco, waarschijnlijk zonder regen en met een winnaar die het eerste geel mag aantrekken na de korte tijdrit van 15 kilometer. Waarschijnlijk de Zwitserse tijdritspecialist Fabian Cancellara. Verder is het natuurlijk uitkijken naar de comeback van Lance Armstrong en naar het debuut van Robert Gesink in het grootste jaarlijks terugkerende sportspektakel, de Tour de France.